De jaren 30

In de jaren ’30 was Skoda nog niet de grootste autofabrikant van Tsjechoslowakije, die eer ging naar het merk Tatra. De dertiger jaren zouden een roerige tijd voor Skoda worden. In dit decennium overleed ook Vaclav Laurin, één van de grondleggers van Skoda, en sloeg de economische wereldcrisis toe. Evengoed verscheen in 1930 de Skoda 650, en de motor hiervan werd ook in de tweetons truck gebruikt. De Skoda 633 die hierna volgde was een 6 cylinder 4-zitter. Het was een heerlijk soepele en makkelijk te rijden wagen, en één van de meest succesvolle kleine 6-cylinders van zijn tijd. In 1932 werd naar aanleiding van de wereldcrisis een nieuwe wet voor limitatie van commercieel en bustransport aangenomen, de zogenaamde anti-motoriseringswet. Ook werd er een wettelijke regel van kracht, die dicteerde dat er alcohol in de benzine moest worden toegevoegd, om op deze manier de agrarische bedrijven te steunen. Maar dit had echter tot gevolg dat de benzine in die dagen behalve schaars, ook nog eens duur werd. Dit alles had enorme gevolgen voor de autofabrikant Skoda, want de verkopen zakten drastisch in. Het werd zelfs zo erg, dat in 1933 de productie bijna helemaal werd stilgelegd. Daarbij had Skoda (en menig andere fabrikant) een ander probleem. De wagens die Skoda bouwde waren erg degelijk, maar vooral ook conventioneel. Alle auto’s bestonden toendertijd uit een zwaar houten of stalen ladderchassis, gedragen door zware starre assen. Daarbij hadden de auto’s allemaal een hoge en hoekige carosserie-opbouw. Auto’s werden ook steeds sneller en sterker, maar ook vooral veel dorstiger. En dat was vooral in de crisisjaren eigenlijk ongewenst.