De Jaren 20

Als één van de oudste nog bestaande autofabrikanten in de wereld kan Skoda terugkijken op een zeer rijke en wonderbaarlijke geschiedenis. Twee wereldoorlogen, een economische wereldcrisis, en 40 jaar communisme heeft het Tsjechische merk moeten doorstaan. Het is niets meer of minder dan een successtory, ondanks die levensgrote, en voor een (auto)fabrikant dodelijke obstakels die genomen moesten worden in de afgelopen 100-plus jaar. Het verhaal begint anno 1894 in een klein gehucht, Mlada Boleslav genaamd, waar de oprichters Vaclav Laurin en Vaclav Klement besloten samen een firma te stichten met als primair doel het repareren en vervaardigen van rijwielen. Dankzij hun grote inzet behaalden zij en hun 5 werknemers grote successen, aangezien de rijwielen gretig afrek vonden. In 1898 werd de onderneming dan ook uitgebreid, en verhuisde men naar een terrein aan de overkant van de straat, waar op dit moment nog steeds de autofabrieken van Skoda in Mlada Boleslav  staan. Laurin en Klement schakelden in datzelfde jaar al snel over tot het bouwen van motorfietsen, waarvan de eersten in 1899 al in serieproductie werden gefabriceerd. Hier werden ook races mee gereden, waar men erg succesvol mee was. In topjaar 1905 bijvoorbeeld namen Laurin&Klement- motorfietsen deel aan 75 races, waar zij er

20-1maar liefst 68 van wonnen. Maar het bleef niet bij het bouwen van motorfietsen; in 1901 had men al een vierwielig motorvoertuig gebouwd (prototype), aangedreven door een tweecylindermotor uit de motorfietsproductie. De eerste echte automobiel volgde al snel in 1905 in de vorm van de voiturette A, met een watergekoelde tweecylindermotor van 7 pk en een topsnelheid van 40 km/h. In 1906 werd Laurin & Klement ook actief in races. In 1908 reed een renwagen van Laurin en Klement op het Engelse Brooklandcircuit zelfs een een recordsnelheid van 118,72 km/h.  Laurin en Klement verwierven op die manier veel faam, en dat had zo zijn weerslag op de verkoopcijfers. Niets leek Laurin en Klement in de weg te staan om één van de leidende merken te worden in Europa, ware het niet dat de eerste wereldoorlog roet in het eten zou gaan gooien.

Fusie

Tijdens die oorlog werd de productie overgeschakeld op het maken van munitie en enige zieken- en vrachtwagens. Na de oorlog werden nieuwe grenzen getrokken waardoor de nieuwe republiek Tsjecho-slowakije ontstond. In 1919 hervatte men de productie van automobielen weer, en kwam men met hetmodel T op de markt. Maar L&K ondervonden afzetproblemen voor hun nieuwe product, omdat de nieuwe staat nog maar een vijfde van het aantal afnemers telde. Daarnaast maakte de problemen in de toenmalige economie het er ook nog eens niet makkelijker op. Om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden, werd er aan een fusie gedacht. In 1925 was het zover: L&K ging samen met het in Pilsen gevestigde Skoda, waar men oorspronkelijk zwaar militair materieel en machines maakte. 20-2De nieuw te ontwikkelen auto’s zouden vanaf die dag het opschrift Skoda dragen, en de bestaande modellen het opschrift Skoda-L&K. De productie van personenwagens bleef plaatsvinden in Mlada Boleslav, terwijl de  zwaardere bedrijfsauto’s en vrachtwagens in Plzen ( Pilsen) werden gemaakt, Maar ook de Skoda – Hispano Suiza werd daar gemaakt. Een luxueuze auto in de duurste klasse, onder Franse licentie gebouwd. Overigens de enige auto die Skoda ooit in licentie zou bouwen. De reputatie van de auto’s was bijzonder goed, de door Skoda gebouwde versie was volgens overlevering een betere auto dan het Franse origineel! In 1928 kwam men met een complete nieuwe lijn auto’s, onder andere in de vorm van de typen 4R (een 1944cc viercylinder van 32 pk, en vier zitplaatsen) en de 6R (een 2918cc zescylinder motor van 50 pk, met zes zitplaatsen). In 1929 kregen alle auto’s een typeaanduiding bestaande uit drie cijfers. Het eerste cijfer vermeldde het aantal cylinders, de andere twee het aantal pk’s. Zo was er de Skoda 422,met een viercylindermotor van 1195cc en 22 pk, en een versnellingsbak met drie versnellingen. De Skoda 430 (4 cylinders, 30 pk) was iets groter en ruimer, en er was de Skoda 645. Deze had 6 cylinders, echter met dezelfde cylindergrootte als de 430. Er was keuze mogelijk uit twee chassis’, en was leverbaar als 4 of 6-zitter. Dan was er de 430D, met een iets verlengd chassis, en een motor van 1802cc. Er was zelfs een dieselmotor leverbaar!. Men moet weten dat Skoda toen (net zoals de meeste andere fabrikanten) ook veel 1,5 en 2-tons trucks bouwde, met dieselmotor. Motoren en chassis’ werden vaak gedeeld met de personenwagens.  Tenslotte was er de Skoda 860 Luxe, een 6 of 7- zitter, leverbaar als Phaeton Limousine of cabrio. Met een achtcylinder motor van 3888cc en 60 pk. Deze auto was de eerste 8-cylinder in serieproductie sinds het L&K FF prototype. Hij werd gemaakt tot 1931, en het chassis werd ook wel als basis gebruikt voor kleine bussen en bestelauto’s.  Eind twintiger jaren jaren bleek de communicatie tussen moederbedrijf Skoda Plzen (Pilsen) en de autofabriek in Mlada Boleslav moeizaam te gaan, ook al omdat het twee totaal verschillende bedrijven waren. Om deze reden werd er in 1929  een aparte vennootschap opgericht, ASAP genaamd. Hierin werden Skoda Mlada Boleslav, Plzen Automotive, de fabriekswerkplaats in Praag, en nog wat andere kleine filialen ondergebracht. De naam bleef daarbij gewoon Skoda.

Verder naar de jaren 30…